maandag 10 oktober 2011

Zelfreflectie

Ik heb een beetje zitten nadenken over een paar zaken.
Niet piekeren ofzo, maar gewoon dingen die in me opkomen.
Je kent dat wel, waarheden over jezelf die opeens in je opkomen, een licht dat opeens opgaat in je hersenen waardoor je beseft dat je een deel van jezelf opeens veel beter snapt.
Dat is wat ik dit weekend ook heb gehad.

Een paar weken terug ben ik hier in Brussel beginnen studeren en heb ik, daarbij aansluitend, in mijn blog gezegd dat ik me nog nooit zo thuis heb gevoeld, als hier. Door de mensen, de universiteit, de studies, de sfeer... alles gewoon. Ik voel me echt goed. Nog altijd trouwens. Hoe meer ik de mensen hier leer kennen, hoe meer ik te weten kom over mijn omgeving en hoe vaker ik naar de lessen ga, ik ben steeds meer en meer op mijn gemak.
En daar begint het denken.
Niet dat me op mijn gemak voelen een probleem is, verre van, maar wat het kan betekenen voor mij.
Ik ga van het principe uit 'Je weet niet wat je hebt, tot je het kwijt bent', maar pas het omgekeerd toe. Als je iets altijd hebt gehad, het dan kwijt bent geraakt waardoor je dacht het nooit meer terug te krijgen, maar het dan toch onverwachts ergens terug vindt, ben je gewoon buiten zinnen. Dat kan zo'n geluk mee brengen. Zo'n opluchting. Ja, dat is het meer, intense opluchting. Een last die van je schouders valt. Een last die je al zo lang meesleept dat je het al niet meer merkte dat je hem had. Tot je merkt hoe licht je bent zonder hem.
Dat gevoel heb ik hier in Brussel. Met al de mensen hier. Ik voel me hier begrepen, alsof ik jaren in een andere wereld heb geleefd en nu eindelijk ben waar ik moet zijn.

Het heeft me ook laten inzien dat ik vroeger maar dacht dat ik gelukkig was. Ik heb nooit gedacht depressief te zijn of echt droevig over mijn leven. Altijd dacht ik dat ik het zo slecht nog niet had, of dat vertelde ik mezelf toch meestal. En ja, ik lachte en zwansde wel, maar het lachen was anders. Niet helemaal zoals het zou moeten. En dit is niet iets van het laatste half jaar ofzo. Dit gaat bijna een decennium terug. En het gaat misschien cliché klinken, maar ik denk dat het lag aan het feit dat ik naar West-Vlaanderen ben verhuisd. Heb ik nooit echt kunnen accepteren. Er werd me de kans ook niet toe gegeven. Meteen bij mijn aankomst werd ik gepest, uitgescholden omdat ik 'anders' was, omdat ik 'vreemd' sprak. Ik kreeg al meteen een stempel. En ik denk dat dat een stempel op me heeft gedrukt. En een aantal mogelijkheden die ik had, zwaar beperkt heeft. Ik dacht al lang dat ik er over was, dat het me al niet meer kon deren. Maar het zat gewoon weg. Het was zwak, maar het is altijd diep in me begraven gebleven. Tot nu...
Ik heb echt het gevoel dat het nu iets tastbaar is, iets dat naar de oppervlakte is gekomen. Dat het niet meer in de diepte van mijn onderbewustzijn is verborgen. Dat ik die rotte plek kan vastpakken en weghalen. Dat ik het nu controleer, in plaats van dat het mij beperkt in het mezelf zijn.

Daarbij aansluitend heb ik ook een nieuw inzicht gekregen in mijn vorige relaties. Over de relaties zelf, ga ik weinig zeggen. Die zijn voorbij, sommigen al beter dan de andere, maar allemaal bijzonder in de zin dat ze me gemaakt hebben tot wie ik nu ben. En sommigen nu nog.
Het gaat meer om de motivatie die ik had. Mijn ex'en zeiden wel eens dat ik teveel moeite wil doen, dat ik te weinig ruimte laat, dat ik verstikkend kan zijn. Ik weet waarom.
Dat was het enige dat ik had. Alleen mijn relatie kon me bewust blij maken. Daar kon ik in lachen en gelukkig zijn met de persoon van wie ik hield. Het was iets dat niet was afgesloten voor me. En daarom dat ik misschien ook te veel wou doen, begon te verstikken, omdat ik dat niet meer kwijt wou. Het was mijn enige bron van geluk voor een lange tijd, een relatie. Niemand vindt het leuk een relatie te moeten beëindigen, maar onbewust was ik ook doodsbang dat te verliezen wat mij wel gelukkig maakte, en daarom panikeerde ik ook vaak tijdens relaties. Bang dat ik weer alleen kwam te staan. Zoals in het begin.
Pas op, ik hield van elk meisje waar ik samen mee was. Ik was altijd verliefd, vlinders in de buik, zwevend van geluk enzo. Ze betekenden allemaal enorm veel voor mij. En zoals eerder, sommigen nu nog altijd, als goede vrienden, waar ik nog altijd op kan vertrouwen. Maar waar ik tot voor kort het gevoel had altijd van hen te kunnen houden, en hen nodig te hebben, te weten dat ze daar zijn, dat ebt nu langzaam weg. Want ik kan terug alleen gelukkig zijn vanuit de grond van mijn hart. Ik heb niet meer iemand nodig om van te houden, om mijn hart te laten lachen, om mijn geluk door te kunnen sturen. Ik ben nu in een omgeving die dat doet voor mij. Nu kan ik loslaten, iets waar ik vroeger moeite mee had.

Een relatie nu zou geweldig zijn, een bonus die me alleen maar gelukkiger kan maken. Ik zou kunnen genieten van bij een meisje te kunnen zijn, om haar lief te hebben, om voor haar te zorgen, om samen dingen te doen, zorgeloos. Omdat ik dat graag doe, omdat ik er meer kracht uit kan putten, zonder bang te moeten zijn dat mijn wereld kan vergaan.
Maar het is geen vereiste meer voor mijn leven.
Ik kan nu alleen gelukkig zijn ook.
Dat weet ik.
Dat voel ik.

2 opmerkingen:

  1. Daarom is hij de kers op mijn taart. Je beschrijft hoe ik mij voelde, weliswaar om andere redenen dan west-vlaming zijn.
    veel geluk.
    x

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Leuk om te weten.
    Zeker omdat ik in die omgeving zit.
    :p

    BeantwoordenVerwijderen